Tijdens deze laatste cursus bijeenkomst gaan we nog wat losse eindjes wegwerken. Lees die rustig door en dan gaan we daarna alles wat we in de afgelopen cursus bijeenkomsten geleerd hebben toepassen en vergelijken met de scores bij een bridgeclub.
Bij het bridgespel is het de bedoeling dat je alleen communiceert door te bieden en door het spelen van kaarten. Alle ander vormen van communiceren worden als onethisch beschouwd. Dus geen non-verbale communicatie, niet extra lang wachten om een kaart bij te spelen als je er maar eentje hebt, niet zuchten omdat "je niet weet wat te doen΅. Ook mag je geen onderlinge afspraken hebben die de tegenstander niet kent. Daarom wordt er normaal gesproken een systeemkaart aan de tegenstander overhandigd met alle afspraken die jij met je partner gemaakt hebt. Als een tegenstander aan de beurt is, mag hij altijd vragen wat de betekenis van een bod of een bijgespeelde kaart is. Het bridgespel vereist dat je dan een compleet en eerlijk antwoord geeft.
Als je partner een bod doet dat misschien iets anders betekent dan de tegenstander verwacht, dan leg jij het alert-kaartje op tafel en zegt "Alert". Het is nu aan de tegenstander die aan de beurt is om te vragen wat dat gealerteerde bod betekent. Dit geldt voor elk conventioneel bod. Dus na een 1SA opening staat het 2Klaveren bod in ons systeem voor de Stayman conventie. Dus op het moment dat mijn partner het 2Kla kaartje op tafel legt, leg ik het Alert kaartje op tafel en zeg "Alert". Pas als de tegenstander die aan de beurt is erom vraagt, leg ik uit wat dit betekent.
Als ik een bod doe waardoor mijn linker-tegenstander verrast wordt (een sprongbod), dan leg ik eerst het stop-kaartje, zeg "Stop" en leg dan mijn bod. Nu moet mijn linkertegenstander ongeveer 10 seconden verplicht "nadenken". De reden hiervoor is dat een onmiddelijke "pas" eigenlijk onbedoelde informatie geeft (ik heb echt niks). Om dat te voorkomen moet dus een denktijd van ongeveer 10 seconden in acht genomen worden.
Als je goed naar het board kijkt waarmee de spellen op tafel gelegd worden, dan zie je dat elk paar soms een indicatie krijgt dat ze kwetsbaar zijn. Er zijn dus 4 mogelijkheden: niemand kwetsbaar, allebei kwetsbaar, alleen NZ kwetsbaar en alleen OW kwetsbaar. Als je kwetsbaar bent is de manche en slembonus hoger dan wanneer je niet kwetsbaar bent. Maar als je down gaat, krijg je als je kwetsbaar bent meer negatieve punten dan wanneer je niet kwetsbaar bent. Het is belangrijk dat je dit goed begrijpt.
Een voorbeeld:
Als de tegenstanders kwetsbaar zijn en wij niet, en de tegenstanders bieden 3SA dan scoren zijn 600 punten als ze die manche precies halen. Als wij gedoubleerd 3 down gaan in 4Harten, dan krijgen wij (niet-kwetsbaar) -500 punten. Dus is het verstandig om in deze situatie het 3SA contract "uit te nemen" en zelf 4Har te bieden. Maar als niemand kwetsbaar is, dan krijgt de tegenstander met 3SA 400 punten voor het bieden en halen van het 3SA contract. Dan zou het onvoordelig zijn om zelf met 4Har 3 down te gaan. omdat dit nog steeds een score van -500 oplevert.
De combinatie van manche-bonus, kwetsbaar/niet-kwetsbaar en het doublet-bod maakt de puntentelling complex. Maar het goed bergijpen hiervan kan je score aanzienlijk verbeteren. Voor alle details van de puntentelling kun je op een andere pagina van deze site terecht.
Naast de manche-bonus bestaat er ook een klein-slem (=12 slagen) en groot-slem (=13 slagen) bonus. Het is bij een slem-bieding belangrijk om te weten of er directe verliezers zijn. Een eenvoudig (maar ook beperkt) systeem is het opvragen van het aantal azen dat mijn partner heeft. Dit doe je alleen als je echt interesse in een slem hebt. In ons systeem doen we dat op de volgende eenvoudige manier:
Als ik 4SA bied, dan vraag ik aan mijn partner om in zijn volgende bod aan te geven hoeveel azen hij heeft. Met 5Kla geeft hij 0 of 4 azen aan, met 5Rui 1 aas, met 5Har 2 azen en met 5Sch 3 azen.
Als ik na het antwoord zit te twijfelen of we alle 13 slagen (= groot slem) kunnen halen, kan ik na het antwoord op 4SA nog 5SA bieden. Dat vraagt naar het aantal Heren, met dezelfde antwoorden van mijn partner, maar dan op 6 niveau.
Gebruik deze "Azen vragen" conventie alleen als je serieus nadenkt over het bieden van klein of groot slem.
Het tellen van punten (Aas=4, Heer=3, Vrouw=2, Boer=1) is een prachtig hulpmiddel. Maar tegelijkertijd is het verstandig om na te denken of er correcties aangebracht moeten worden. Enkele voorbeelden:
Mijn rechter-tegenstander biedt 1Har, en ik heb Har Heer, Boer en 9. Dan zijn die waarschijnlijk meer waard dan de 4 punten waar ze voor staan omdat de kans groot is dat de Aas en/of Vrouw bij die rechter-tegenstander zit. Ik mag mijn Harten dus iets "opwaarderen΅. Andersom is ook waar, als mijn linker-tegenstander 1Har biedt, dan is de waarde van mijn Heer-Boer-9 minder waard dan die 4 punten. Ik ga mijn Harten dus wat "afwaarderen".
Mijn partner opent met 1Sch (12-19 punten, 5-kaart Sch). Ik heb een 3-krt Sch, maar ook een kale Kla 3 (=singleton). Waarschijnlijk kan ik wel een Klaveren introeven, Dus die Kla-singleton is wel wat waard, en dus tel ik daar wat extra voor. Het opwaarderen van een renonce (0-kaart) of singleton (1-kaart) doe je alleen in een troef-contract. In een SA contract zijn dit net zwakheden in je hand.
Met dit op- en afwaarderen is het belangrijk om je gezonde verstand te gebruiken. Ga niet proberen standaard regeltjes te onthouden, maar neem de tijd om rustig na te denken of de verdeling van mijn kaarten iets extra's oplevert of dat het een zwakte is.
Soms komt het voor dat er tijdens het bieden of het spelen iets vreemds gebeurt. Bijvoorbeeld iemand biedt voor zijn beurt, of iemand verzaakt (het niet bekennen terwijl je nog wel een kaart van de gespeelde kleur hebt). In al zulke gevallen kun je de arbiter roepen. De arbiter zal proberen het probleem zo goed mogelijk op te lossen. Zie het niet als iets vervelends om de arbiter erbij te halen. De bedoeling is om iets wat mogelijk niet goed gaat alsnog recht te zetten. De arbiter is er dus niet om te "straffen" maar om iets netjes op te lossen.